De laatste twaalf jaar bedienen twee vrijwillige molenaars, Edwin Blok en Peter Heeremans, molen De Dog aan de Geesterweg. We zochten Peter op tijdens zijn werkzaamheden aan de uitstekend onderhouden én werkende molen uit 1896.
Op 6 december 1895 trof de bliksem molen De Dog (oorspronkelijke naam de Dogmolen) die geheel afbrandde. Twee dochters van molenaar Klaas Ooijevaar kwamen hierbij om het leven. De huidige molen werd in het jaar daarop gebouwd naar ontwerp van de Zaanse molenmaker Vredenduin. De bouw was in handen van molenmakers Poland die nu nog steeds het onderhoud doen. "De Dog is een kindje van onze overgrootvader", zeggen Rob en Dave Poland er nu over. Het stoomgemaal dat vroeger naast de molen stond wordt tegenwoordig elektrisch aangedreven. Het polderbestuur besloot om de molen te herbouwen omdat men destijds niet afhankelijk wilde zijn van de techniek en brandstof. Tijdens de twee wereldoorlogen, toen brandstof niet altijd vanzelfsprekend beschikbaar was, bleek dit een goede beslissing te zijn geweest; de molen is toen veel ingezet.
Tot op de dag van vandaag is poldermolen De Dog, inmiddels een rijksmonument, in staat om bij voldoende wind en bemaling de Castricummer polder op peil te houden, van Uitgeest tot het duingebied bij Castricum.
Droge voeten Peter Heeremans (65) is als vrijwilliger al 30 jaar aangesloten bij het Gilde van Vrijwillige Molenaars. Voorheen beheerde hij samen met Niels Daan de Tweede Broekermolen aan de Lagendijk tot die aan Joop van Eerden werd verkocht. “De molenfunctie is als back-up noodzakelijk om bijvoorbeeld bij hevige neerslag als gevolg van de klimaatverandering, stroomuitval of computerproblemen nood- en aanvullende bemaling achter de hand te hebben", aldus Peter. "Mede dankzij de bijdrage van deze molen hebben de Uitgeesters droge voeten, staat het vee droog en kan de boer zijn land bewerken.”
Om deze reden houdt het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) naast zijn eigen 19 molens en 26 van stichtingen en particulieren molens draaiklaar, net als enkele historische gemalen zoals Gemaal 1879. Het hoogheemraadschap doet dit door bij te dragen in de onderhouds- en herstelkosten. De Noord-Hollandse Molenfederatie, Stichting Uitgeester en Akersloter Molens (SUAM) en Vereniging de Hollandse Molen komen op voor de molens en molenbehoud. Zij hebben veel kennis en ervaring op dat gebied, geven ondersteuning als dat nodig is en helpen ook bij ook bij de bescherming van de molenomgeving en vrije windvang die windmolens nodig hebben om goed te functioneren.
Fysiek, simpel en direct Het valt Peter op dat veel molenaars uit diverse disciplines komen. Er zitten boekhouders tussen, maar ook (hoog)leraren, chirurgen, predikanten of mensen uit de zorg, zoals hijzelf. “Waarschijnlijk komt dat doordat de werking van de molen verder gaat dan de moderne techniek. Het fysiek teruggaan naar de simpele en directe werking van de molen vind ik fascinerend.”
Zo’n vier dagen per week zorgt de molenaar ervoor dat, bij wind, de molen draait en hij verricht de nodige werkzaamheden. Op woensdagmiddag neemt Edwin Blok het over. “Het is fantastisch om, ondanks alle bestaande technieken, dezelfde taken te kunnen uitvoeren zoals die honderden jaren geleden ook op dezelfde manier gedaan werden, voordat er benzine en elektriciteit was. Het meest ingewikkeld vind ik het ‘lezen’ van het weer, al heb ik na 30 jaar dit gevoel wel een beetje onder de knie”, lacht Peter. “Het leukst is het om te malen, dus de molen echt te laten werken, waarbij de draaifunctie het belangrijkst is. Weet je trouwens dat de molen bestaat uit 95% hout en riet en uitsluitend is gebouwd met houtverbindingen? Er is geen spijker aan te pas gekomen!”
Weetjes over de molen Deze grote molen met een wiekenbreedte van 26 meter bemaalt het water uit de Castricummerpolder die een totale oppervlakte heeft van 930 hectare met daarin een flink stuk van het bewoonde gedeelte van west-Uitgeest. Het elektrische gemaal naast de molen werkt automatisch en heeft een capaciteit va 110 m3 per minuut als hij voluit draait met beide pompen. Bij voldoende wind voegt de molen daar tussen de 50 à 80 m3 per minuut aan toe. Meestal stopt het gemaal met draaien en neemt de molen het over als hij bijgezet word door de molenaar. Historische bemaling wordt overal weer geactiveerd. In Uitgeest gaat dit om De Kat, de Tweede Broekermolen, de Dorregeestermolen en het Gemaal 1879. De molens de Woudaap bij Krommeniedijk en de Noordermolen in Akersloot zijn ook werkende molens van HHNK.
“Het feit dat een doelbewuste organisatie als HHNK het waard vindt om het onderhoud en het subsidiëren van molens en gemalen te doen zegt iets over hoe belangrijk het is dat molens blijven werken”, concludeert Peter. “Wij steken veel tijd in de bediening van de molen. Alleen De Dog heeft in 2020 al 146 dag(delen) gedraaid waarvan 225 uur ook echt gepompt en 360 uur gedraaid. Vooral het voorjaar was droog; er werd weinig gepompt maar wel veel gedraaid. De molen speelt dus niet alleen een rol in het op peil houden van de polder, maar maakt ons dorp er ook een stuk aantrekkelijker op voor inwoners, voorbijgangers en toeristen.
Wanneer de molen draait bent u van harte uitgenodigd voor informatie of een rondleiding!
Uit: De Uitgeester d.d. 13-1-2021
Kommentare